Begieteren en boa's
Deze week zag ik in “Man bijt hond” (ja, het programma bestaat weer!) twee ontzettend grappige Haagse volkstuinders. Ze gingen poten. Poten. Dat is kleine plantjes die als zaadje in een potje zijn gegroeid uitzetten in de volle grond. Met een vinger een gaatje maken en het plantje erin. En toen kwam de wijsheid van de heren om de hoek kijken.
Er werd water in een ruime cirkel om het pas geplante plantje heen gegoten. Niet erboven op, niet bij het steeltje, nee met een ruime boog er om heen. Want: dan moeten ze zoeken en werken voor het water en worden ze sterker. Maken ze meer wortel.
Verderop stond een stelletje amateur-volkstuinders volop met gieters hun plantjes te begieten. Hoofdschuddend bekeken de heren dat gebeuren. Deze amateurs vroegen hun voortdurend om advies omdat het spul van de Haagse heren bloeide en groeide dat het een lust was, en de heren hadden hun dít ook uitgelegd, van dat bewateren op afstand van de plant. Maar luisteren, ho maar. “Keik se nou res gaan met hun plènsen waater”.
Ik dacht daar deze week aan toen ik het filmpje zag van de groep jeugd op het strand die een boa (buitengewoon opsporingsambtenaar) aanviel met z’n allen. Een boa die hun aansprak op onze nieuwe gewoon regels. Anderhalve meter afstand en niet in hele grote groepen. Maar de jeugd pikte het niet en viel deze man aan. Lekker stoer, tegen het onbewapende gezag. Lekker met z’n allen. Want o wee als je wordt aangesproken op je gedrag. Door zo’n simpele boa, met z’n pakkie an, wat wil jij nou?! Loser, met opleidinkje en je preek. Tegen ons, wijze jonge gasten, met onze hippe zwembroekies, sportschoollichamen, gebruind, en de wijsheid in pacht. Wijze jonge gasten.
Waar altijd mee overlegd moet worden, mee geargumenteerd en naar geluisterd moet worden. Want dat zijn ze zo gewend.
Dat gebeurt tegenwoordig altijd namelijk. Thuis, op school, op stage en op het werk.
Wij zelf doen dat thuis ook. Aan de tafel bijvoorbeeld. Dus toen ik begon over deze gebeurtenis op het strand had mijn jongste ook een mondvol meningen klaar. Over zulke boa's en wat die allemaal wel niet fout deden en twee kanten aan het verhaal. Hij had wel tegenwoordigheid van geest snel te roepen dat hij echter nooit aan zoiets mee zou doen!
Ik troost mij met de gedachte dat mijn kinderen af en toe nog een beetje fatsoen aan de dag leggen voor autoriteiten. Maar toch...Veelzeggend. Ik weet dat onze jongens er ook wat van kunnen op debateergebied. Altijd slimmer, altijd wijzer en altijd het laatste woord. Ik dacht terug aan de twee Haagse volkstuingoeroe’s
Gieteren met plenzen water, pamperen, vertroetelen, heel veel luisteren en heel veel begrip tonen. “Ach was meester naar tegen jou? Mamma zal snel naar school”.
“Aaah moest jij op stage vloer vegen en koffie zetten? Nou dat is toch niet de bedoeling, papa zal snel met school bellen.”
Gieteren met veel water. Het is zo verleidelijk. Lekker veel water. Lekker verwennen. Maar je verpest er plantjes mee.
Kinderen ook.
Gieteren óm het plantje heen. Zodat ze zelf moeten zoeken om water. Sterk worden. Dapper worden en mooi worden.
Je kinderen zelf het uit laten vogelen. Gewoon vloer vegen op stage, ook al lijkt dat niet leerzaam het is het wél. Het maakt je sterk en nederig. Het maakt dat je begrip krijgt voor ieders situatie en ieders inspanningen. Niet altijd de fiets in de kofferbak, maar door wind en weer fietsen. Het maakt je sterk en weerbaar. Niet altijd de bammetjes smeren, of altijd wat anders koken als de schatjes het niet lusten. Eten wat de pot schaft en zelf brood smeren en als je dat niet doet heb je honger.
Gewoon: “jammer maar omdat ik het zeg”. En dan begrijpen ze misschien ook dat iets soms moet omdat de boa het zegt. Of meester of de politie. Of je het er nu mee eens bent of niet. Maar gewoon omdat ik het zeg...