...M o e d e l o o s...
Dat is het enige woord wat ik op dit moment kan bedenken om mijn gevoel over het afgelopen jaar te beschrijven. Of over het nu. Misschien juist wel over het nu.
‘Onbezorgd’ was het woord van de eerste twee maanden. Hoopvol, vol goede voornemens, van plan dit jaar het beste ooit te laten worden. We hadden een gezinsvakantie met ons vijven in het vooruitzicht waarin we nog echt eens met ons allen zonder aanhang (ook daarin blijven we hoopvol ..) zouden vieren dat we gezond waren, geliefd en geleefd.
Maar na onbezorgd kwam een ander woord. In maart. Schrik, verwarring en bezorgdheid.
Maar ik ervoer ook en vooral de woorden ‘eensgezind’ en ‘solidair’. Met elkaar. Schrik en oppassen en doorgaan. Op slot en gesloten. We klapten voor de zorg, misten onze ouders, vierden eenzame verjaardagshoogtepunten: negentig jaar worden vanaf een balkon met in de tuin een spandoek en je kinderen. Een stukje oranjekoek aangereikt krijgen door een lieve zuster. Dus ook verdriet kwam om de hoek kijken. Eenzaamheid. Na het verlies van een dierbare en geen gezamenlijk afscheid kunnen nemen. Eenzaam achter een auto aan lopen. Toeschouwers, verdriet en medeleven vanaf het trottoir.
‘Angst’
Ja, ik denk dat toen ook angst ook om de hoek kwam kijken. Na een aantal maanden. “Klopt het wel, is het wel waar?”. “Kunnen we iedereen wel vertrouwen?” “Het klopt niet.” Wantrouwen en nog steeds angst. Verwijdering tussen mensen, vrienden, andersdenkenden en collega’s. Schapen en onderzoekers en vingerwijzend naar elkaar. Angst.
Maar ik zelf vond ‘rust’ ook een woord van dit jaar. Even een lege agenda, even geen geren en gevlieg. Nog steeds buiten de deur werkend leek het leven best wel gewoon maar dan met rust. Best lekker. Zonder verplichtingen en afspraken.
Maar rust wordt na een tijd saai en vervelend. Eenzaam voor velen, zonder clubs, toneel, sporten en concerten. Zonder zonvakantie met Spaanse paella’s en Griekse tempels. We vierden de warmte op het water en in de tuin.
Een ‘golf’ was ook een woord. De eerste golf met slachtoffers, witte pakken en overvolle ziekenhuizen. Een tweede golf, en derde golf. En met elke golf groeit mijn moedeloosheid. Het weer, de lege winkels, (ook onze bankrekening) de horeca open, de horeca dicht. Moedeloosheid. ‘Medelijden’ met mijn studerende jongens die wat achter een laptop hangen, op willekeurige uren van de dag, geen nieuwe medestudenten ontmoeten, geen goeie lessen krijgen, hun bijbanen kwijtraken en het volle pond moeten lenen én betalen. Niks geen korting op het collegegeld, niks geen extraatje van ome DUO, niks. In de kou en red je maar, de tweede wereldoorlog was pas erg..
Moedeloos. Van toeslagenaffaires en dat ‘sorry’ helemaal niet zo’n moeilijk woord meer is, maar juist te pas en te onpas geroepen wordt. Zonder enige betekenis. Zonder enige berouw. ‘Sorry dat mijn collega’s het fout hebben gedaan’, ‘sorry dat ik dat niet heb gezien’, ‘sorry, ik herken me er niet in, heb niet geslapen, ben een arrogante lul, maar roep wel een paar keer sorry.’ De arrogantie.
Moedeloosheid, boosheid vind ik al moeilijk op te brengen.
Moe. Moe van al die donkere dagen, het rotweer, weer een grijze dag vol regen en mist...
Moedeloosheid. Door uitspraken van mensen, wetenschappers, deskundigen waar je toch op vertrouwt, soms tegen alle meningen van roepers, schreeuwers en ‘onderzoekers’ in, en die dan ineens de hele zorg onderuithalen door iets te roepen over het opleidingsniveau van die verzorgenden.
Die verzorgenden die hun benen uit het lijf rennen, die dubbele diensten draaien, die wassen, handen vasthouden, troosten en maar weer uitleggen waarom er geen familie komt. Die mijn moeder haar gebakje geven op haar eenzame negentigste verjaardag.
Moedeloos. Van rellende, vernielende, schreeuwende jongeren. Die tergen en uitdagen. Zich misdragen. Boosheid kan ik al bijna niet meer opbrengen. Laat maar.
Moedeloos..
Ik ga de laatste dagen van het jaar nadenken over andere woorden. Woorden waar we weer blij van kunnen worden, energie van kunnen krijgen en waar we weer moed uit kunnen putten. Bijvoorbeeld:
Moed. Hoop. Vertrouwen. Optimisme. Dromen. Helpen. Kiezen. Luisteren.
Maar vooral:
L I E F D E