Overal zie je ze op het moment: Nederlandse en Friese vlaggen op de kop.
Het blauw boven en het rood onder. Of de pompeblêden op de kop. In de tuin, op een kar in het weiland of aan de auto.
Opgehangen omdat mensen boos zijn, wanhopig, verdrietig of woedend. Boos op onze bestuurders, op onze ministers en boos op heel veel beslissingen.
Uiting geven aan dat gevoel door omgekeerd te vlaggen.

 

Nu horen we het geluid dat het omgekeerd vlaggen weer een andere groep kwetst of boos maakt. Want, zo stelt men, er is door militairen en verzetsmensen een offer gebracht waar deze vlag symbool voor staat. Vrijheid en vrede.

 

Een vlag is voor mij een stuk doek wat je niet bezoedeld. Je springt er niet op, je spuugt er niet op en je sleept het niet over de grond. Maar eenmaal in de doos in de garage is het gewoon een stuk doek.
Ik stop het niet s’avonds in, ik lees het niet voor en laat er geen lichtje bij branden.

 

Het stuk doek gaat pas leven bij de gelegenheid waar het symbool voor staat.
Wapperend op de kerktoren bij bevrijdingsdag en de verjaardag van Maxima. En vooral om de schouders van Sven, Sifan en Max. Trots!
Halfstok als we denken aan allen die voor ons vielen, vochten en nog steeds vechten. De vlag als symbool. Van verdriet en van feest.

 

Omgekeerd vlaggen is van oorsprong gebruikt in de zeevaart: “help!”. Schip in nood.
En in dit geval dus het symbool van de boosheid op de regering. En een heel luid: “HELP!!” Mensen, boeren in nood.
Een regering die met reces gaat terwijl het land onbestuurbaar lijkt. Een chaos, een teringzooi. Toeslagaffaires, Coronacrisis en de nasleep, personeelstekorten, gasprijzen en Schiphol,
en dan nu bedreiging van je bestaan. Want boeren doe je niet, dat bén je!
En nu dreig je te worden onteigend. Verplicht ophouden op basis van vreemde kaartjes met vage onderzoeken.
En dus ben je boos. Verdrietig, wanhopig maar vooral boos.
Je protesteert, demonstreert en werkt in de tussentijd door. De koeien moeten gemolken, er moet gekuild en gehooid worden en heel veel andere klussen.
En dus hijs je de vlag. Op een kar in je land of op je erf. Symbool van je boosheid.

 

Ik denk dat het de vlag niet uitmaakt hoe hij hangt. Hij snapt het wel. Snapt die woede en wanhoop wel. Zolang je maar niet spuugt en stampt.

 

En alles beter dan in een doos in de garage..