Geachte mijnheer Slob,
Een hele tijd geleden, het zal aan het begin van uw loopbaan als minister van Onderwijs zijn geweest, zag ik u eens op tv. U ging langs bij een school en was in gesprek met de leerlingen. Een middelbare school. U had uw jasje uitgedaan, ik denk dat het warm was. In uw keurig, waarschijnlijk door uw vrouw gestreken overhemd zaten zweetvlekken. Ik vond dat mooi. Het maakte u menselijk. Een mens van vlees en bloed, die zweet en dat, net zoals ik, niet altijd kan verbergen. Ik vond u altijd sympathiek. Wel wat vroom natuurlijk, maar wel sympathiek Ik had ook altijd het gevoel dat u ’s avonds uw kinderen hielp met hun huiswerk. En hen dan vriendelijk, zachtaardig maar doch een beetje streng toesprak dat ze goed hun best moesten doen. En dat u dan het Reformistisch Dagblad ging lezen en een pijpje opstak. Zo’n rustige, aardige vader. En ook zo’n rustige, aardige minister.
Ik was dan ook echt heel erg geschrokken toen ik deze week uw uitspraken las. “Homoseksualiteit afkeuren mag, zolang scholen zorgen voor een veilig leerklimaat”. Ik las het nog eens. En nog eens. En kon het niet geloven. Tweeduizendtwintig. Niet het beste jaar ooit. Zeg maar gerust een klote rot jaar. Maar niet 1956. Of 1936. Of 1968. Maar het jaar 2020. De eenentwintigste eeuw. Waarin we een aantal dingen met elkaar bereikt hebben. Dat er een wasdroger is die op regenachtige dagen je was droogt in plaats van een lijntje boven de gaskachel. Dat er een mobiele telefoon is waarop je te allen tijde iedereen kunt bellen, appen, en op kunt zoeken (hmm, misschien niet zo’n goed voorbeeld van een verworvenheid..). Dat er Netflix is, Marktplaats en Thuisbezorgd.nl. En reclamespotjes met twee verliefde meiden in de trein. En influencers die trots zijn op hun geaardheid of vertellen over hun genderneutraliteit.
En dat we uit een kast durven te komen. Dat we durven te vertellen wie we zijn en hoe we ons voelen. Dat we soms anders zijn dan de meeste anderen. Maar uniek en bijzonder. Een mens. In al zijn schoonheid en al zijn pracht geschapen. U zegt door God, sommige mensen zeggen door Allah en sommigen zeggen door de liefde. Prachtige schepsels zijn we. Genderneutraal. LHBTI. In gevecht met onszelf, twijfelend. En dat we mensen zijn we die het nog steeds moeilijk hebben. Want hoewel ik schrijf dat je uit de kast durft te komen is dat volgens mij nog steeds niet zo gemakkelijk. En nog steeds is het niet geaccepteerd door iedereen. Niet door sommige kerken en gemeenschappen. Daar moeten we nog steeds wat aan doen. Dat dat nog gemakkelijker wordt. Dat elke jonge meid, elke jonge jongen of elk Mens zichzelf kan zijn. En mag zijn. Zonder afkeuring, zonder pesten, uitsluiten en verbieden. En we hebben nog een hele lange weg te gaan. Dat zouden we kunnen leren. Bijvoorbeeld op school. Juist in de leeftijd dat je zo twijfelt, jezelf zo leert kennen ben je daar het meest. Ja, dat zou de beste plek zijn om veilig te ontdekken wie en wat je bent.
En daarom was ik zo verdrietig toen ik uw uitspraken las. Zo teleurgesteld. Echt zo teleurgesteld. Om die contradictio in terminis die uit uw uitspraak sprak. Het kan niet. Het kan niet zo zijn dat jouw school, waar je als twijfelende puber op zit jou veroordeelt om je eventuele geaardheid en jou toch een veilig leerklimaat wil bieden. Dat kan niet mijnheer Slob, echt neem dat van mij aan. Dat kan niet.
Ik weet niet of uw kinderen altijd zeker over zichzelf zijn geweest. Over wie ze zijn of waren. En wie ze wilden zijn. Was u dat zelf altijd? Ik vermoed van wel. Want anders had u er iets van begrepen. Van die worsteling, van die twijfel. Want ook op de school van uw kinderen zijn ze er hoor. Ook al laten ze het misschien niet blijken. Ook al houden ze het voor zich omdat de gemeente het afkeurt. En de broeders en de zusters. Gaat wel weer over. Mee leren leven..
“All things bright and beautiful” vindt u dat ook zo’n mooi lied? “All things bright and beautiful, all creatures great and small, all things wise and wonderful, the Lord God made them all. “ U heeft dat vast wel eens uit volle borst meegezongen. Op een feestavond van uw partij. Of zondags thuis.
En daarom mijnheer Slob schrijf ik u deze brief. Want ik denk dat u dit lied even was vergeten.
Dat u eventjes, en dat kan ons allemaal gebeuren hoor, vergat waar het om gaat. In het leven, in de bijbel en vooral op school. Dat we allemaal, niemand uitgezonderd heel bijzonder zijn. En mooi, beautiful. En dat niemand veroordeeld moet en kan worden op zijn of haar geaardheid, gender, gevoel, uiterlijk. Dat niemand wordt buitengesloten en vooral dat niemand afgekeurd wordt.
En dat iedereen mag zijn wie hij of zij is. En pas dan heb je een veilig leerklimaat.
Maar u had het geloof ik zelf ook al begrepen...