Ik ging er maar even op uit.
Niet en massa naar de supermarkt, niet naar de Action maar de wandelschoenen aan, hopen dat je niemand tegen komt en het hoofd leeg maken.
Want het zit vol. Dezer dagen. Vol vragen, vol nieuws, vol Corona, vol meningen en zorgen. En dan is er een remedie.
Wandelen. Voet voor voet een ritme opbouwen. Voet voor voet je hoofd leeg maken. Stap voor stap tot rust komen. Meter na meter je ademhaling voelen.
En luisteren en genieten van de natuur.
Luisteren naar de stilte en de vogels die die stilte proberen te doorbreken. “Hallo, wij zij er nog!, wij zingen door! Het mooiste lied voor jou!”. Nou ja, niet voor mij natuurlijk maar voor de vrouwenvogeltjes. Ik ging even op een boomstam zitten en probeerde een tijdje stil te zitten en te genieten van al het getjilp en gegroei en gebloei.
Ik ontving gisteren van mijn vriendin Ineke een gedicht, verhaal waar ik al eerder fragmenten van voorbij had zien komen.
Het schijnt oorspronkelijk in het Italiaans te zijn geschreven. Een verhaal, gedicht over de huidige crisis. De Coronacrisis.
En over hoe we dat allemaal beleven en wat dat met ons doet.
En het doet veel met ons. Echt ontzettend veel. Bedrijven die dicht moeten en ondernemers die hun reserves zien verdampen. Die geïnvesteerd hebben in het volle vertrouwen in een mooi seizoen. Weg. In rook opgegaan. Personeel wat naar huis wordt gestuurd. Om thuis te werken of om af te wachten.
De regering, die probeert aan alle kanten te redden wat er te redden valt. Tot ze er, letterlijk bij neervalt.
Op andere schaal, kinderen die niet naar school kunnen. Ik zag een bericht van een moeder wiens bijzondere kind naar het speciaal onderwijs gaat en vanaf maandag al elke ochtend hoopvol de plastic beker en lege broodbak weer op het aanrecht zet. Zo verdrietig, niet duidelijk te kunnen maken waarom je niet naar school mag, lieve schat.
Of kinderen voor wie het naar school gaan een reddingsboei is, elke dag weer. Een adempauze in een onveilige situatie. Een lieve juf die altijd een extra banaan bij zich heeft. Die kinderen die thuis in een snelkookpan van spanning leven, waarbij school soms een ontsnapping is..
Ouderen die zo eenzaam worden. Of niet alleen ouderen maar ook mensen die zo’n behoefte hebben aan sociale activiteiten, zoals toneelrepeties, vergaderingen en trainingen. Omdat je dan even de eenzaamheid niet voelt. Mensen voor wie elke avond Netflixen en lezen niet een verademing is maar een verstikkende hel.

Dat allemaal. In mijn hoofd. En vast ook in andere hoofden. En toen dacht ik wel steeds aan een aantal regels uit dat gedicht, verhaal wat Ineke mij stuurde. Ik vond eerlijk gezegd niet alles prachtig aan dat gedicht (maar da's persoonlijk, gelukkig) maar deze regels bleven mij bij omdat ik die wel heel waar én heel prachtig vond: 

“Maar de lente wist het niet
En de bloemen bleven bloeien
En de zon scheen…De eerste mooie lentedag sinds lange tijd brak aan
En de zwaluwen kwamen terug”

We kunnen niet allemaal tegelijk gaan wandelen. Dat is onverstandig. Maar misschien kunnen we in shifts gaan.
En ons hoofd even leegmaken en even genieten van de natuur. En afstand houden. Voorlopig. Straks niet meer natuurlijk. Straks, als alles voorbij is gaan we knuffelen. En feesten en drinken en dansen.